de kracht van ruwvoeder tentoongesteld door cloots ruitersport

Door: Jerika Cloots     Categorie: Paard & Verzorging   

De herfst is in aantocht en dat gaat gepaard de kwaaltjes van je paard 

Paarden houden, verzorgen en berijden is niet zo simpel als het lijkt. Er komt heel veel bij kijken. Ook wij, en wij zitten met onze familiezaak al meer dan 30 jaar in het vak, leren nog elke dag bij. Daarom bespreken we regelmatig een actueel onderwerp op onze blog, met de nodige tips en tricks zodat jullie niet hetzelfde leergeld moeten betalen als menig ander ruiter. Als je zelf een onderwerp hebt waar je veel vragen rond hebt, mag je dit gerust doormailen. Dan kunnen wij het misschien de volgende keer behandelen. Ook als je over het nu besproken onderwerp nog vragen en/of opmerkingen zou hebben, staan wij klaar om dit te bekijken. Mail gerust! Dit kan je doen naar info@clootsruitersport.be.
 


Zelf hebben we hier ook last van: beetje moe, minder fut, stramme spieren en gewrichten. Allemaal kwaaltjes. Bij paarden is dit niet anders.


Vallende bladeren, intense regenbuien, ondertussen is het uur ook weer veranderd en is het plots nog vroeger donker. Allemaal tekenen dat we midden in de herfst zitten. Zelf hebben we hier ook last van: beetje moe, minder fut, stramme spieren en gewrichten. Allemaal kwaaltjes. Bij paarden is dit niet anders. Ook zij hebben last van de seizoenswisselingen. Hierbij dus enkele veel voorkomende kwalen en tips om de herfst vlot door te komen.


Slokdarmobstructie en obstipatie


Als er geen passage meer mogelijk is in de slokdarm van een paard omdat er een te groot of hard stuk voeder vast komt te zitten, dan spreken we van een slokdarmobstructie. Er zal dan voedsel en speeksel uit de mond en neus van het paard lopen, het paard lijkt te ‘braken’ of ‘kokhalzen’ en lijkt te stikken.

Dit komt vaak voor in het najaar (en de winter) omdat er op de weide niet meer zoveel eten staat. Als de eigenaar zijn paard dan binnen zet en krachtvoeder (of iets anders) geeft, kan het zijn dat zijn paard door te grote honger begint te schrokken. Die gulzigheid en slecht kauwen zorgen er dan voor dat er een prop gevormd wordt die de slokdarm afsluit. De slokdarm bestaat uit spierweefsel en als er een prop gevormd wordt, zullen deze spieren uit volle kracht beginnen samentrekken om die prop vooruit te krijgen. Dit met averechts effect. Bel direct een dierenarts zodat die een spierontspanner kan inspuiten en een pijnstiller. Het ziet er eng uit, maar als je het hoofd koel houdt en de dierenarts belt, is het relatief makkelijk op te lossen.


We spreken van obstipatie als een paard niet (of niet goed) kan mesten. Het staat dan hard en lang te persen om de mest eruit te krijgen. De mestballen zijn dan ook soms klein, soms groot, niet glanzend en te droog. Ze vallen als het ware uit elkaar. Ook dit heeft vaak te maken met de overgang van nattere voeding (weidegang) naar droge voeding op stal. Je dierenarts zal de mest eruit halen en eventueel een inspuiting moeten geven.

Maar voorkomen is altijd beter dan genezen, dus zorg ervoor dat de overgang naar de natte voeding (gras op de weide) en de droge voeding in de stal (hooi en stro) niet te plots gebeurt. Geef je paard bij zijn dagelijkse portie krachtvoeder ook een pulp of mash (voeder die aangelengd werd met water en geweekt heeft) zodat er extra vocht toegediend wordt. Leg een liksteen in de voerbak zodat het voeder iets meer moet ‘gezocht’ worden en hang je hooi in een hooiruif of een slowfeeder.


Mok


Iedere paardeneigenaar kent het wel: mok. Mok is eigenlijk een huidontsteking van de kootholte die zich uit in verschillende vormen. Dit gaat van een beetje roodheid en gevoeligheid van de huid tot een echte ontsteking in de diepere huidlagen. Dit is ook weer zo’n typische herfstkwaal waar we moeilijk vanaf raken. We kennen het vooral als kleine korstjes of wondjes aan het onderbeen en in de kootholte van een paard.

Mok wordt dus ook vaak veroorzaakt door vocht en vuil en dit is ook weer typisch voor paarden die in de herfst (en winter) door de modder ploeteren, in een natte weide of loopstal lopen. Maar ook overvloedig wassen kan een oorzaak zijn.

Mogelijk symptomen van mok:

  • Gezwollen, rode kootholte
  • Korstjes of kloven in de kootholte
  • Gezwollen huid in de kootholte.
  • Jeuk (paarden beginnen te schuren en/of stampen) en pijn
  • Dik onderbeen, mankheid
  • Koorts (in combinatie van één of meer van bovenstaande symptomen)


Mok behandelen kan op verschillende manieren, maar eerst en vooral moet je de oorzaak vaststellen. Dit kan je best laten doen door een dierenarts zodat die uitsluitsel kan geven dat het zeker mok is en indien nodig een huidbioptie doen om zo de oorzaak vast te stellen. Samen met je dierenarts kan je dan een behandelplan opstellen.

Maar ook hier is voorkomen ook weer beter dan genezen. Zorg ervoor dat je paard droog staat. Moet hij toch door een vochtige omgeving om van en naar de weide te gaan, zorg er dan voor dat de stal droog genoeg is, zodat de benen (en zeker de kootholtes) van je paard goed kunnen opdrogen. Maak ze eventueel zelfs droog bij het binnenkomen. Als je weet dat je paard mokgevoelig is, beperk dan het aantal wasbeurten.


Ontwormen


Paarden die tijdens de zomer vaak en veel op de weide gestaan hebben, zijn ideale kanshebbers voor wormen. Dus omdat ze nu veel minder op de weide staan en de kans op nieuwe wormbesmetting dus kleiner is, is het nu het ideale moment om ze een ontworming te geven. Bijvoorbeeld de gele eitjes die je vaak aan de benen van een paard ziet hangen die worden opgelikt door paarden. Zo komen ze in de maag terecht en ontwikkelen ze zich tot wormen. Nu zijn deze eitjes er niet meer en kunnen ze de paarden dus niet meer opnieuw besmetten.

Geef wel een complete ontworming, de zware variant. Dan roei je ineens alle wormen uit. En volg nadien je jaarschema voor het ontwormen verder op. Koop eventueel ineens een jaarpakket ontworming, dan ben je zeker dat je op het juiste moment de juiste ontworming geeft.



De lever en de seizoenswisseling


Veel paarden hebben bij elke seizoenswisseling last van hun lever. De oorzaak hiervoor weten we eigenlijk niet, maar toch zie je het bij elke overgang terug. De paarden worden lusteloos, hebben een doffe vacht en zijn, wat ze in de volksmond vaak zeggen, ‘plattekes.’ Te weinig energie. Dus ook zeker met de overgang van zomer naar herfst horen we vaak klagen door klanten over hun paarden, het rijden gaat niet vlot. Het lijkt of de paarden er geen zin in hebben. Het enige dat we hieraan kunnen doen, is de lever ondersteunen. Er bestaan veel supplementen en voeders die daarbij kunnen helpen. Maar vraag zeker ook eerst even de mening van je dierenarts. Die kent jouw paard immers en kan dus het best inschatten (eventueel na bloedafname) of dit een ‘overgangsprobleem’ of iets anders is.


Wintervacht


Door de verandering in hoeveelheid daglicht en aanpassing van het rantsoen van de paarden, gaat het paardenlichaam zich aanpassen. De paarden stellen zich automatisch in om de winter goed te doorstaan en starten aan de rui. Nu houdt dit in dat ze hun zomervacht gaan inruilen voor de wintervacht. Dit is een zware klus voor een paard. Zeker omdat de wintervacht een voldoende dikke onderlaag moet hebben. Ook hier is het van belang dat het paard goed in balans is. Ook hier speelt de ondersteuning van de lever en een goed, uitgebalanceerd rantsoen een grote rol. Maar niet alleen de voeding speelt hier een rol, ook de daglichtintensiteit en hoeveelheid, aanleg en omgevingstemperatuur spelen hier een grote rol. Je kan je paard hierbij helpen om ze toch voldoende weidegang te geven en de stallen goed verlicht en luchtig te houden.


Stalbenen


Paarden zijn echte beweegdieren. In het wild legt een paard kilometers en kilometers per dag af om voldoende te kunnen grazen. Hierdoor hebben ze een zeer goede doorbloeding en doorstroming van de lichaamssappen.

Wij beperken hen hierin heel erg en zeker in de winter. Dit kan gevolgen hebben voor onze gedomesticeerde paarden en die gevolgen uiten zich op verschillende manieren. Stalbenen is één van die gevolgen. Dit zijn simpelweg gezegd dikke benen bij paarden die op stal staan. Je ziet dit als je een paard uit de stal haalt. Als het paard dikke (meestal achter) benen heeft en die verdwijnen spontaan bij het bewegen, dan spreekt men van stalbenen.

Deze paarden hebben duidelijk moeite met de lichaamssappen rond te pompen tijdens langdurige stilstand. Deze paarden hebben ook vaak last van een slechte spijsvertering. Ook hier geldt weer: geef deze paarden voldoende ondersteuning in hun voeding, eventueel supplementen en geef hen vooral voldoende beweging. Een paard is immers niet gemaakt om 24 uur per dag in de stal te staan.


Herfstwandeling


Het zijn niet alleen medische problemen waar we in de herfst mee te kampen krijgen, maar ook praktische. De herfst is een prachtig seizoen voor buitenritten. Het is nog niet te koud en de bossen en wandelwegen zijn supermooi door de vele kleuren. Maar er schuilen dus ook een paard addertjes onder het gras waar je rekening moet mee houden. Vallende bladeren zijn heel mooi, maar kunnen ook heel glad zijn waardoor paarden, zeker de paarden die beslagen zijn, snel kunnen uitglijden.

Onderweg even halthouden? Let op met wat je paard kan eten. Eikels zijn bijvoorbeeld giftig en notelaars kunnen zorgen voor darmirritaties. Ook onschuldige appelen en peren kunnen nu een gevaar vormen, want gevallen fruit is aan het rotten en dit zorgt voor vergisting of zelfs alcohol in de maag met koliek als gevolg.

Pas ook op met je vertrekuur zodat je niet overvallen wordt door de schemer of duisternis. Zorg er sowieso voor dat je goed zichtbaar bent voor de andere weggebruikers. Draag zelf een fluovestje en een koplamp op je hoofd of stijgbeugels en kleed je paard ook aan met (verschillende) fluorescerende materialen. Er bestaan ondertussen al heel veel spullen hiervoor zoals springschoenen, fluorescerende onderdelen voor aan je hoofdstel, teugels en frontriem te hangen, fluo zadeldoeken en zelfs fluorescerende nierdekens.


Nierdeken

Het najaar brengt ook de eerste kou met zich mee. Wij doen voor we op ons paard kruipen al een extra dikke trui of een jas aan. Maar eenmaal we goed bezig zijn, wordt het vaak te warm en moeten we de trui uitspelen.

Zo is het voor de paarden ook. De spieren van je paard zijn immers koud bij de aanvang van de training. Om scheuren en andere blessures te voorkomen, leg je dus best een dekentje op met een speciale snit. Je zadel past erin en je paard heeft voldoende bewegingsvrijheid om te kunnen werken. Zo’n deken noemen we een nierdeken.

Na het losrijden mag het dekentje er af en tijdens het uitstappen wordt het er terug op gelegd. In de stapmolen blijft het deken de hele tijd op het paard. Deze nierdekens bestaan in verschillende materialen. Het meest voorkomend zijn fleece en waterdichte dekens met fleece binnenkant.

Uiteraard bestaan ze allemaal in vele verschillende merken en uitvoeringen. We kunnen alleen aanraden om echt te kiezen voor een zeer goede prijs/kwaliteitsverhouding. Voor het welzijn van je paard en op termijn ook die van je portemonnee!

Zweetdeken

Net zoals wij na een training vaak snel kou krijgen door opdrogend zweet, is dit bij paarden niet anders. In de zomer zorgt de zon ervoor dat we geen kou krijgen, maar in het najaar of winter moeten we zelf iets voorzien. Daarvoor gebruiken we een zweetdeken. Men spreekt hier heel vaak over een ‘fleece’. Het fleecedeken is een zeer zacht en aangenaam deken en dus bedoeld voor na het rijden. Het neemt zweet op en zorgt toch nog voor warmte tijdens het drogen van de vacht. Wel is aangeraden om niet onmiddellijk na het rijden het deken op te leggen, maar eerst de paarden voldoende uit te stappen om stijve en stramme spieren te voorkomen. Tijdens het uitstappen kan je wel je nierdeken al terug opleggen zodat de overgang niet al te groot is. Zeker als je paard geschoren is.

Er bestaan ondertussen verschillende soorten zweetdekens, zoals het coolerdeken, wafeldeken, wollen deken enzovoort, maar ik denk dat fleece voorlopig het meest ingeburgerd is en nog lange tijd zal blijven.


GereLAteerde berichten